Nico laat een van zijn favoriete auto’s zien: De Fiat Dino Spider. Er staat Fiat op maar eigenlijk is het een Ferrari. In 1964 werden de regels voor deelname aan de Formule 2-competitie aangepast en mochten enkel wagens met een motortype waarvan er minstens 500 in serie zijn geproduceerd meedoen. En dat was een probleem voor Ferrari, want de capaciteit van de fabriek was slechts berekend op 700 auto’s.
Daarom besloot Enzo Ferrari hulp te zoeken bij Fiat. Het autoconcern uit Turijn had eind jaren zestig al enorm veel ervaring opgedaan met het bouwen van kleine, goedkope stadsautootjes als de Fiat 500, maar nog niet met het bouwen van een exclusieve sportauto. De eerste seriewagen die uit de samenwerking voortkomt, is de door Pininfarina ontworpen Fiat Dino Spider 2.0. waar Nico ook in rijdt. Fiat bouwde de door Ferrari ontworpen V6-motoren en mocht in ruil daarvoor een deel daarvan in auto’s onder eigen naam verkopen.
In totaal werden er 1163 spiders geproduceerd.
Voor meer informatie: